Ik ben aan het opruimen op zolder en zie de tas voorbij komen waar mijn schaatsen in zitten. “Rules don’t rule”, staat er op de tas die ik al heb sinds mijn middelbare schooltijd.
Ik vond het hip om met zo’n –in mijn ogen- tegendraadse spreuk rond te lopen. Niet alles klakkeloos opvolgen, niet blindelings doen wat je gezegd wordt, maar zelf een mening vormen en iets doen omdat je het goed vind, omdat de bedoeling van de regel goed is.
Tijdens mijn rechtenstudie werden de begrippen regels en ‘recht’ van alle kanten bekeken: vanuit historisch perspectief, psychologisch perspectief en staatsrechtelijk perspectief. Mooi vond ik dat! De abstractheid en de bijna wiskundige juistheid van rechtsregels en hun toepassing. De sluitendheid van het (rechts)systeem was leidend: “Rules do rule”. In theorie althans.
Maar wat als je de regels in de praktijk moet toepassen? Ik kwam al snel tot de conclusie dat de toepassing van wet-en regelgeving niet altijd leidde tot verbetering van de situatie of tot een oplossing. En al zeker niet tot een duurzame oplossing.
En als de regel niet leidde tot het gewenste effect, dan ging men zich richten op de regel zelf en niet op de bedoeling ervan.
In de praktijk werkten de regels dus niet (altijd). “Rules don’t work”…concludeerde ik. Een conclusie die voor mij overigens de belangrijkste reden is geweest om mediator te worden.
Dat regels niet altijd werken vindt de Nationale ombudsman ook in zijn jaarverslag 2012 ‘Mijn onbegrijpelijke overheid’. Hij stelt dat er teveel regels zijn en dat ze bovendien te ingewikkeld zijn. “We gaan aan ingewikkeldheid ten onder en alleen met een universitaire studie is de publieke dienstverlening nog te begrijpen”.
Maar waarom worden er dan toch zoveel belang gehecht aan die regels?
Martin Sommer schrijft eerder dit jaar in een column in de Volkrant: ‘Vandaag is de overheersende mening: liever ingewikkeld dan simpel, liever regels dan beslissingsbevoegdheid, liever protocollen dan verantwoordelijkheid.’ Die “complexiteit is niet belangeloos. De beleidsmaker verdient eraan, de communicatieverkoper, de evaluator. De controller en de accountant.
Bij wetgeving is falen succes, luidt de eerste wet van de Amerikaanse econoom Thomas DiLorenzo. Als de bestaande regels tekortschieten, moeten er immers meer regels komen. Zo schrijdt de ingewikkeldheid onafwendbaar voort”.
Terwijl het ook anders kan. In mijn werk zie ik dat de beste oplossingen voor conflicten en geschillen die oplossingen zijn waarbij de mensen het (onder begeleiding) samen hebben opgelost. Door te onderhandelen, wet- en regelgeving als objectieve criteria te gebruiken en er van af te wijken als dat kan en wenselijk is. Maar vooral: zelf beslissingen durven nemen en kiezen voor eigen verantwoordelijkheid voor (het zoeken naar) de oplossing.
En mocht ik ooit een nieuwe schaatstas nodig hebben, dan graag eentje met de tekst erop: “Rules: can’t live with, can’t live without them”.